Tekst en foto’s Hans Peeters
In het voorjaar van 2021 hoorde de Tsjechische masterstudent Ondrej Belfin, bij vogelkijkhut de Swel, een bosrietzanger zingen. De eerste waarneming voor Gruttoland. Belfin is gespecialiseerd in vogelgeluiden en onderzocht dat jaar wat grutto’s elkaar te vertellen hebben. Een zingende bosrietzanger was voor hem een welkome afleiding.
The Masked Singer
Enkele dagen later hoorden boer Murk en ondergetekende een tweede exemplaar, die in een dichte vlierstruik tegen de stal van de boerderij zat. De zang van een bosrietzanger is rijk, gevarieerd, overdadig en verwarrend. Je denkt: wat hoor ik daar? Het heeft wat weg van een zanglijster, maar is veel sneller en gevarieerder. De elkaar in snel tempo afwisselende melodieën, doen denken aan een spotvogel. Zowel spotvogels als bosrietzangers zijn geweldige imitators. Maar de spotvogel is toch net wat bescheidener en minder luidruchtig. Kenmerkend voor de spotvogelzang is het steeds weer terugkomende staccato-achtige pa-pauw – pa-pauw, dat hij te pas en te onpas tussen zijn imitaties door verwerkt. Als je een bosrietzanger hoort zingen en je weet zeker dat het geen zanglijster, kleine karekiet of spotvogel is, dan kun je zeker zijn dat het een bosrietzanger is. Vogelgeluiden zijn sowieso vaak lastig, maar de bosrietzanger is zonder twijfel de winnaar van The Masked Singer onder de vogels.
Incognito
Niet alleen de zang van de bosrietzanger is verwarrend, maar ook zijn uiterlijk. Het is een onopvallende verschijning, die als twee druppels water lijkt op een kleine karekiet. Een grijsbruine verschijning, qua formaat een tikkie kleiner dan een heggenmus. Nederland ligt aan de westgrens van het Europese broedgebied en ze arriveren hier eind april en in mei. Al vanaf half juli tot in september vliegen ze weer terug naar hun overwinteringsgebied in Oost-Afrika. Het is dus altijd maar enkele maanden dat we van de bosrietzanger kunnen genieten.
Als bosrietzangers bij ons vertoeven, leiden ze een teruggetrokken leven. Langs begroeide slootkanten, in dichte struiken en struweel voelt hij zich op zijn gemak. Vaak heb je hem niet eens in de gaten, totdat hij zijn snavel open doet en zijn blije lied laat horen.
Paspoort bosrietzanger
Wetenschappelijke naam: Acrocephalus palustris
Friese naam: wylgekarrekyt
Herkenning: kleine slanke zangvogel; eentonig grijsbruin; lijkt veel op kleine karekiet; man en vrouw gelijk
Lengte: 12,5 cm
Spanwijdte: 18 – 21 cm
Geluid: luide, snelle afwisselende zang met veel imitaties
Voedsel: insecten, spinnen en andere ongewervelden
Gedrag: leidt verborgen leven; verraadt zich door zijn uitbundige zang
Nest: in dicht struikgewas; laag boven de grond
Aantal eieren: 4 – 5 eieren
Broedduur: 12 dagen
Jongen blijven 12 dagen in nest
Trek: broedt in grote delen van Midden-Europa
Voorkomen in Nederland: broedparen 60.000 – 100.000; winteraantallen 0
Gruttoland: niet jaarlijkse broedvogel