Gewiekste witte kwikstaart

Door Hans Peeters / foto boven Bennie van der Weide

Hoewel de witte kwikstaart geen weidevogel is, hoort hij wel echt thuis in Gruttoland. Als echte insecteneter houdt hij zich vaak op bij de plas om er vliegen en muggen te vangen. Hij pikt ze langs de randen van het slik, maar ook wel van het wateroppervlak.

Witte Kwikstaart in zomerkleed / foto Willem de Wolf
Foto Jappie Seinstra

“De witte kwikstaart is een gewiekste vogels”, aldus Murk. “Het eerste fotohutje dat ik bij de plas plaatste in 2007, was gemaakt van houten platen. Er waren simpele gaten in gezaagd als kijkopeningen. Om te kunnen zitten had ik er een pak stro in gelegd. Op een gegeven moment kwam fotograaf Aalzen Booi bij me met de mededeling dat er een nestje van een witte kwikstaart op het stro lag. Dat betekende einde fotografie totdat de jonge kwikstaarten uitgevlogen waren. De oudervogels vlogen via de kijkgaten in en uit.”

Foto Jappie Seinstra
Foto Lubbert Boersma

“En dat niet alleen”, gaat Murk verder. “Vroeger heeft er ooit wel eens een witte kwikstaart in een trekker gebroed. Af en toe had ik het ding toch nodig en reed ik er mee heen weer voor het werk. Als ik dan terugkwam, gingen de ouders weer gewoon verder met voeren.”

In Gruttoland arriveren de eerste witte kwikken soms al midden in de winter. Ook al zijn er dan nog bijna geen insecten, toch weten de vogels te overleven.

Witte kwikstaart versus gele kwikstaart / foto Bennie van der Weide
Witte kwikstaart in winterkleed / foto Hans Peeters

Paspoort witte kwikstaart

Wetenschappelijke naam: Motacilla alba

Friese naam: boumantsje

Herkenning: en ♀in zomer grijze rug, zwarte kap en borst, wit gezicht, lange staart; in winter meer grijs en nagenoeg geen zwart

Lengte: 18 cm inclusief staart; spanwijdte: 25 – 30 cm

Geluid: kwetterend en in vlucht roep tweelettergrepig tsjizzik of enkel tsjik

Voedsel: insecten, zoals snip- en strontvliegen, langpootmuggen en motjes

Gedrag: wippen op de grond voortdurend met de staart

Leefgebied: landelijk gebied met boerderijen, schuren e.d.

Nest: op vreemdste plaatsen, gemaakt van halmen, verdorde bladeren, mos; binnenin veertjes en haar

Aantal eieren: 5 – 6; 2 broedsels per jaar

Broedduur: 12 – 14 dagen

Vliegvlug: na 14 – 15 dagen

Trek: komen vanaf half februari terug om te broeden en vertrekken vanaf half september richting Spanje, Portugal en Marokko

Voorkomen in Nederland: broedparen 70.000 – 110.000; winteraantallen 2.000 – 8.000

Gruttoland: jaarlijks 2 – 4 broedparen

Foto Douwe Struiksma
Foto Marten F. de Vries
Deel dit bericht

Gerelateerde berichten

Processing...
Thank you! Your subscription has been confirmed. You'll hear from us soon.
ErrorHere