door Hans Peeters
Gruttoland trekt niet alleen weidevogels aan, maar ook vogels die op hun beurt weer op de weidevogels afkomen. Bijvoorbeeld de blauwe reiger. De grote schrokop ziet een mals grutto- of kievitskuiken best wel zitten. Kortom het zijn bedreven predatoren.
Boek Murk is er heel duidelijk over: “De blauwe reiger is de grootste kuikenpredator, die hier voorkomt. Het is bekend dat ze kikkers, muizen en mollen eten, maar ze draaien hun snavel niet om voor een weidevogelkuiken. Het is bekend dat ze zelfs een bijna vliegvlugge tureluur of kievit te grazen nemen.”
Het bewijs daarvan wordt geleverd door Bennie van der Weide, die dit jaar een blauwe reiger fotografeerde terwijl die een nagenoeg volwassen kievit doorslikte.
Murk: “Alles wat beweegt gaat dat donkere gat in. Vaak nemen ze hun prooi mee naar de plas en soppen het slachtoffer onder water. Dan glijdt het gemakkelijker naar binnen.”
Potloodventer
“De dichtstbijzijnde broedkolonie is bij IJsbrechtum, hemelsbreed zo’n zeven kilometer hier vandaan. Al vanaf half juni komen de jonge blauwe reigers mee met hun ouders naar Gruttoland. In hun ogen is het hier een tafeltje-dek-je”, vertelt Murk.
De meeste mensen kennen blauwe reigers als de vogels die vaak met engelengeduld langs de slootkant staan. Minutenlang staan ze doodstil, totdat er een argeloze vis of kikker voorbij zwemt. De opgevouwen nek schiet als een pijl naar voren en met de forse dolksnavel grijpt hij het slachtoffer in zijn kraag. De rest van het verhaal is bekend.
Maar blauwe reigers kunnen ook mateloos genieten van een lekker zonnetje. Ze keren hun vleugels naar buiten als een soort zonnepanelen. De pose doet denken aan een potloodventer, maar niets is minder waar. Door de zon op zo’n grootst mogelijk lichaamsoppervlak te laten schijnen, vangen ze zoveel mogelijk vitamine D op.
Blauwe reigerpaspoort
Wetenschappelijke naam: Ardea cinerea
Friese naam: ielreager
Herkenning: grote reiger, voornamelijk grijs, witte kop en hals, zwarte kuif; man en vrouw gelijk
Lengte: 90 – 98 cm
Spanwijdte: 175 – 195 cm
Geluid: roep in vlucht krakend en krassend kraaaank
Voedsel: vis, kikkers, muizen mollen, jonge (weide)vogels
Gedrag: staat vaak langs de waterkant te vissen, leeft solitair, broedt in kolonies
Leefgebied: moerassen, langs ondiepe kanten van rivieren, sloten en meren
Nest: rommelig takkennest in bomen; koloniebroeder
Aantal eieren: 4 -5 eieren
Broedduur: 25 – 26 dagen
Vliegvlug: jongen vliegen na 50 dagen uit, maar keren nog bijna 3 weken terug op het nest om door ouders gevoerd te worden
Trek: Nederlandse vogels grotendeels standvogel, sommige trekken tot in Noord-Afrika; bij ons doortrekkers en overwinteraars vanuit Scandinavië en Duitsland
Voorkomen in Nederland: broedparen 8150 -11.500; winteraantallen 10.000 – 16.000
Gruttoland: regelmatige bezoeker van Gruttoland met maximaal enkele exemplaren