Tekst Hans Peeters / foto boven Jappie Seinstra
Er zijn vogels waarbij je hart een vreugdesprongetje maakt, als je er een ziet. De blauwe kiekendief bijvoorbeeld. In Nederland een zeldzame broedvogel, maar ook ’s winters blijft een blauwe kiekendief er eentje die je met chocolade letters in je vogellogboek schrijft.
Vorig jaar, nota bene op mijn verjaardag, zag ik een blauwe kiekendief jagen boven een heideveld in Planken Wambuis op de Veluwe. Het was niet zomaar een verjaardag, maar het had de nacht ervoor zelfs gesneeuwd. Ook over het gezelschap had ik geen klagen. Ik was samen met mijn vrouw Nell en zoon plus schoondochter. De laatste twee waren net voorgoed teruggekomen uit Singapore, waar ze vijf jaar hadden gewoond. Hoe mooi kan het leven zijn.
Maar goed, die blauwe kiekendief danste laag boven de heidestruiken en was driftig op jacht. Soms dacht ie, het was nota bene een mannetje, in een ooghoek iets gezien of gehoord te hebben. Hij keerde om en vloog een paar meter terug om het zekere voor het onzekere te nemen. Het was al later in de middag en het begon reeds te schemeren. De grijze vogel met zwarte vleugelpunten vervaagde soms in de aanzwellende duisternis, waarbij zijn witte stuit als een soort achteruitrijlamp steeds weer oplichtte. Het werd een gedenkwaardige verjaardag met de mooiste cadeaus, die ik me kon wensen: sneeuw, kinderen thuis én een blauwe kiekendief!
Mooi op de lijst
Ook boer Murk heeft zo zijn eigen herinneringen aan de blauwe kiekendief. “Een blauwe kiekendief in Gruttoland is áltijd bijzonder. Hij wordt hier niet ieder jaar waargenomen; maar als je in de winter een kiekendief ziet, is het zo goed als zeker een blauwe. Bruine en grauwe kiekendieven overwinteren namelijk in Afrika. En bij het zien van de witte stuit, weet je zeker dat het geen bruine kiekendief is. Die laatste is hier ’s zomers algemeen. Zo’n blauwe kiekendief vliegt heel lichtvoetig en danst net als een velduil door de lucht. Het zien van een blauwe kiekendief is altijd een hoogtepunt voor Gruttoland en hij staat wat mooi op onze 132-vogels-tellende-soortenlijst!”
Blauwe kiekendiefpaspoort
Wetenschappelijke naam: Circus aeruginosus
Friese naam: blauwe hoanskrobber
Herkenning: slanke roofvogel met smalle vleugels; man egaal licht grijs, zwarte vleugelpunten en witte stuit; vrouw bruin met witte stuit
Lengte: 44 – 52 cm
Spanwijdte: 100 – 120 cm
Geluid: voornaamste roep kekkerend ke-ke-ke
Voedsel: zangvogels, muizen, soms konijnen en hoenders
Gedrag: levendige, dansende vlucht en jaagt laag boven de grond; leeft solitair, maar ’s winters ook in groepen
Leefgebied: heide, duinen, hoge kwelders, open bos- en moerasgebied; broedt in Nederland op de Waddeneilanden
Nest: op de grond, tussen vegetatie
Aantal eieren: 4 – 6 eieren
Broedduur: 30 dagen
Vliegvlug: jongen vliegen na 32 – 42 dagen uit
Trek: Nederlandse vogels gaan hooguit naar Noord-Frankrijk; doortrekkers en overwinteraars vanuit Noord- en Oost-Europa