Tekst Hans Peeters/ foto boven Willy Dikkers
Kanarie-achtige trillers klinken als muziek in de oren. Je draait je nek 180 graden van links naar rechts om te kijken waar dit muzikale hoogstandje vandaan komt. Plotseling eindigt die hemelse muziek met een schor en schreeuwerig tschuuuur. We worden uit onze droom gewekt: groenling.
Groenlingen in Gruttoland / foto Bennie van der Weide
Groenling man op rozenbottels / foto Willem de Wolf
De groenling behoort tot de vinkachtigen en valt op door zijn geelgroene kleur, althans de mannetjes. De vrouwtjes zijn minder opvallend grijsgroen. Het formaat is ongeveer als dat van een gewone vink. Wat opvalt bij de groenling is de forse snavel, een echte zaadeter dus. Een eten kunnen ze. Groenlingen lijken onverzadigbaar. Onafgebroken kunnen ze zich tegoed doen aan de zaden in rozenbottels, maar ook aan die van distels en perzikkruid bijvoorbeeld. Op een voedertafel krijgen ze maar geen genoeg van zonnebloempitten. Het zijn echte schrokkers.
Groenlingen op grote klis – als kerstballen zo mooi / foto Servan Ott
Groenlingenconflict / foto Hans Peeters
Broedvogel
Buiten het broedseizoen trekken ze op in grotere groepen, maar de laatste jaren lijken die groepen steeds kleiner te worden. Net als de kneu lijkt de groenling onopvallend uit ons landschap te verdwijnen. Misschien komt het dat er steeds minder rommelhoekjes in Nederland zijn, waar onkruiden vrij mogen groeien. Ook in Gruttoland is de groenling geen alledaagse bezoeker. Boer Murk: “In voorjaar en zomer zie je hier wel groenlingen. Ze foerageren op het perzikkruid en akkerdistel, die op de eilandjes groeien in de plas. Het zijn er altijd maar enkelen en het zou kunnen dat een enkel exemplaar broedt in de laurier bij de tunnel naar de hutten. Groenlingen moeten het meer hebben van dichtere struiken en coniferen bijvoorbeeld.”
Groenlingportret (man eerste winter) / foto Martin F. de Vries
Groenling foerageert op besjes van krent / foto Jappie Seinstra
Paspoort groenling
Wetenschappelijke naam: Chloris chloris
Friese naam: Flaaksfink of Grienfink
Herkenning: stevige zangvogel, formaat als gewone vink; man geelgroen; vrouw grijsgroen; forse snavel; verwarring mogelijk met sijs, die veel kleiner is
Lengte: 14 – 16 cm
Spanwijdte: 25 – 27 cm
Geluid: kanarie-achtige trillers, eindigend op een schor nasaal tschuurrr
Voedsel: zaadeter van velerlei kruiden en rozenbottels
Gedrag: onopvallend, ’s winters in groepen
Nest: in dichte struiken en coniferen
Aantal eieren: 4 – 6 eieren
Broedduur: 13 – 14 dagen; twee broedsels per jaar
Jongen blijven 14 dagen in nest
Trek: Nederlandse broedvogels zijn deels standvogel; ander deel trekt naar Frankrijk en Spanje. Bij ons ’s winters gasten uit Scandinavië
Voorkomen in Nederland: broedparen 65.000 – 100.000; winteraantallen 200.000 – 400.000
Gruttoland: onregelmatige broedvogel
Bekvechtende groenlingen / foto Bennie van der Weide
Groenling man / foto Willy Dikkers
Groenling man, eerste winter / foto Marten F. de Vries
Groenling man op rozenbottels / foto Willem de Wolf