Heggenmus – onopvallend aanwezige

Tekst en foto boven Hans Peeters

Een vogeltje iets groter dan een winterkoning en kleiner dan een roodborst is de heggenmus. Een soort die je niet meteen verwacht in een weidevogelgebied als Gruttoland. Daarom duurde het misschien wel tot 2022 voordat de eerste heggenmus werd waargenomen.

Foto Willy Dikkers

Foto Hans Peeters

Boer Murk hierover: “Dankzij de laurier en klimop langs het pad naar de hutten is er meer begroeiing gekomen. Ook achter de hutten, die naar voren staan gericht naar de plas, ontstaat een bosschage van planten en struiken. Daar voelt de heggenmus zich wel thuis.”

Heggenmus

Foto Willem de Wolf

Foto Hans Peeters

Insecteneter

De onopvallende heggenmus is eigenlijk helemaal geen mus. Het is geen familie van de huismus of ringmus. De heggenmus behoort tot de familie Prunellidae, een zelfstandige familie van zangvogels, waartoe ook de alpenheggenmus behoort. Op het eerste oog lijkt het grijs bruine verenkleed misschien op een huismus, maar let eens op de snavel. Die van de huis- en ringmus is dik en kegelvormig, echt een snavel voor zaadeters. Het snaveltje van de heggenmus is fijn en spit, een echte insecteneter.

Foto Willy Dikkers

Foto Hans Peeters

Vroege zanger

Het liefst scharrelt de heggenmus over de grond om spinnetjes en torretjes op te pikken. Buiten het broedseizoen leeft ie het liefst alleen en zeker niet in groepen als huismussen. Het liedje van de heggenmus is een steeds herhaald riedeltje van hoge tonen, dat mij altijd doet denken aan het ritme van een naaimachine. Op de eerste zonnige dag in februari laat de heggenmus zich meteen horen. De eerste vogel die het voorjaar aankondigt.

Foto Willem de Wolf

Foto Hans Peeters

Seks en overspel

Zo saai en onopvallend als de heggenmus buiten het broedseizoen is, zo fel en oversekst is hij in het voorjaar. Mannetjes zingen voortdurend het hoogste lied en jagen achter elk vrouwtje aan. En vrouwtjes heggenmussen duiken met meerdere mannen het nest in. Seks en overspel is heel gewoon in de heggenmussenwereld. Er zijn zelfs filmpjes dat een mannetje het zaad van zijn voorganger uit de cloaca van het vrouwtjes pikt, om zeker te zijn dat ze zijn sperma ontvangt voor het nageslacht. Een boeiende wereld, die vogelwereld.

Foto Willy Dikkers

Foto Willy Dikkers

Heggenmuspaspoort

Wetenschappelijke naam: Prunella modularis

Friese naam: Graupiper

Herkenning: groter dan winterkoning, kleiner en slanker dan huismus; op de rug bruin gestreept, onderzijde leigrijs; spitse snavel; mannetje en vrouwtje gelijk

Lengte: lengte 14 cm; spanwijdte 19 – 21 cm

Geluid: in vroege voorjaar helder steeds herhalend riedeltje

Voedsel: insecten, zoals spinnetjes en torretjes

Gedrag: leeft solitair, behalve in broedseizoen

Leefgebied: tuinen en parken, met dichte begroeiing en struiken

Nest: dicht gevlochten nestje in heggen en lage struiken

Aantal eieren: 3 – 6 eieren; 2 soms 3 broedsels per jaar

Broedduur: 11 – 13 dagen

Vliegvlug: jongen blijven 11 tot 13 dagen in nest en worden daarna nog 14 tot 17 dagen door de ouders gevoerd

Trek: standvogel; ’s winters komen hier ook heggenmussen uit Scandinavië en Noord-Duitsland; een deel vliegt door naar Noord-Frankrijk

Voorkomen: broedparen 175.000 – 225.000; overwinteraars 300.000 – 600.000

Gruttoland: incidentele waarnemingen en misschien broedvogel

Foto Hans Peeters