Koningin kievit

door Hans Peeters

Als de grutto de koning van de weide is, dan is de kievit toch minstens de koningin. Voor Fryslân is de kievit ofwel de ljip al sinds mensenheugenis de nationale vogel. Vanaf de oprichting van de BFVW (1947) tevens het logo van de vereniging.

Baltsvlucht – foto Marten F. de Vries
Kieviten nemen een bad – foto Bennie van der Weide

Het eerste ei

De kievit kent in Fryslân een lange historie, waar het gaat om het eerste ei. Eeuwenlang was Fryslân de provincie met de meeste broedende kieviten. Het zoeken van kievitseieren was in Fryslân van oudsher altijd zeer populair. Het vinden van het eerste ei was in die tijd landelijk nieuws. Vanaf tenminste 1867 was het gebruikelijk om het eerste ei aan de regerende vorst aan te bieden. Aan deze traditie kwam in 1969 een einde. In de jaren daarna nam nog wel de Commissaris van de Koningin in Fryslân het eerstgevonden kievitsei in ontvangst. Tijden en inzichten veranderen. Tegenwoordig worden kievitseieren niet meer geraapt en blijft het eerste ei van het broedseizoen in het nest liggen. De vinder kan nog wel de eer opstrijken door zijn vondst te melden bij de BFVW (Bond van Friese VogelWachten).

Op 9 maart 2022 trof de 81-jarige Tonnie Rupert in Hengevelde (Twente) twee kievitseieren in een nest aan. De eerste van dit jaar!

Foto Servan Ott
Foto Jappie Seinstra

Enigszins verwaarloosd biotoop

Landelijk loopt het aantal broedgevallen van de kievit terug en zelfs in Fryslân valt een neerwaartse spiraal te constateren. “Ik zeg wel eens; de slechtste boer heeft de meeste kieviten op zijn land”, aldus boer Murk. Wat bedoelt hij daarmee? “Kieviten houden van een afwisselende grasmat met open plekken, modder, molshopen en greppels. Een enigszins verwaarloosd weiland en allesbehalve een strak biljartlaken. Gruttoland is de afgelopen jaren beter geschikt geworden voor de grutto, maar minder voor de kievit. In de toekomst verwacht ik wel weer meer kieviten in Gruttoland. Een deel van het land wordt namelijk natter en er zijn ook meer open stukken. Mooi voor de kievit dus en voor de grutto blijft voldoende ruimte over.”

Foto Willem de Wolf
Foto Willem de Wolf

Kievitpaspoort

Wetenschappelijke naam: Vanellus vanellus

Friese naam: ljip

Herkenning: steltloper; en groene rug, witte onderzijde, keel in zomer zwart, in winter wit, kenmerkende kuif, kuif van ♂ is langer

Lengte: groter dan goudplevier, 28 – 31 cm;

Spanwijdte: 82 – 87 cm

Geluid: tijdens zangvlucht kje-wiet, kje-wiet, kie-wit; roep schel kie-wit of pieet

Voedsel: hoofdzakelijk ongewervelden: aardwormen, larven, kevers, vliegen, rupsen, spinnen en slakken  

Gedrag: buiten broedtijd in groepen; tijdens de balts acrobatische vluchten

Leefgebied: broedt in weilanden met kort gras, (maïs)akkers, kale grond met natte plekken waar jongen kunnen foerageren

Nest: ♂maakt enkele kuiltjes in de grond, waaruit kiest en het gekozen nest bekleedt met gras en bladeren

Aantal eieren: 4; wanneer legsel verloren gaat, begint ♀ opnieuw; dit kan ze meerdere keren per seizoen herhalen

Broedduur: ± 28 dagen

Vliegvlug: nestvlieders; kunnen na 35 – 40 dagen vliegen

Trek: trekken na broedseizoen in groepen rond en schuiven voor de vorstgrens uit tot in Frankrijk; vogels uit Noord- en Oost-Europa overwinteren in Nederland

Voorkomen: broedparen 110.000 – 160.000; winteraantallen 240.000 – 340.000

Gruttoland: broedvogel met jaarlijks ± 10 broedparen; ’s winters groepen tot 1000 exemplaren, afhankelijk van de strengheid van de winter.

Foto Hans Peeters
Foto Lubbert Boersma