Door Hans Peeters
Voor veel vogelliefhebbers is de kemphaan een iconische vogel. Zijn wetenschappelijke naam Calidris pugnax betekent ‘strijdlustige strandloper’. Dat is niet voor niets. De in verschillende kleuren rijk getooide mannetjes strijden in het voorjaar om de gunst van een vrouwtje. Zij bezoekt de toernooiveldjes waar de gevechten plaatsvinden en kiest een machoman uit met wie ze wil paren.


Strijdtoneel
Een eeuw geleden waren die toernooiveldjes in Nederland geen zeldzaamheid. In Fryslân was de kemphaan een hele gewone broedvogel. In de jaren zeventig van de vorige eeuw telde alleen de Workumerwaard al acht vaste baltsplaatsen, waar geregeld meer dan 200 haantjes geteld werden. Tegenwoordig moet je kemphanenbaltsplaatsen met een zaklamp zoeken. De meeste broeden tegenwoordig in Scandinavië en Oost-Europa tot ver in Rusland. Nederland is echter nog steeds een belangrijk doortrekland. Boer Murk: “Elk voorjaar in mei kijk ik uit naar de kemphanen. De mannen hebben dan vaak al van die mooie gekleurde kragen. De aantallen lopen op van tientallen tot soms een paar honderd. Op 6 mei 2017 telde ik in Gruttoland zelfs meer dan duizend exemplaren.”


Broedgeval
“Begin juni zijn de eerste mannetjes alweer terug. Ze zijn even op en neer gevlogen naar Scandinavië om te paren”, vertelt Murk verder. “In de zomermaanden zien we de vrouwtjes terugkeren en vanaf augustus komen de eerste jonge vogels. Die zijn vaak goudgeel van kleur en worden wel eens verward met blonde ruiters, maar dat is een heel andere vogelsoort. In het najaar trekken ze door naar Afrika, maar er blijft ’s winters altijd wel een klein aantal hanen hier.”
Tot nu toe broedde er in Gruttoland tweemaal een hen. Dat was in 2006 en 2010, toen er beide keren net een nieuwe plas was gegraven. Murk heeft goede hoop dat er in de nabije toekomst weer eens een kemphen tot broeden komt in Gruttoland.


Kemphaanpaspoort
Wetenschappelijke naam: Calidris pugnax
Friese naam: hoants
Herkenning: grijsbruine steltloper; ♂ en ♀ buiten broedseizoen gelijk, ♂in broedseizoen met uitbundige kraag die in kleur kan variëren van wit, beige, bruin, grijs of zwart.
Lengte: kleiner dan grutto; ♂ 26 – 30 cm, ♀ 20 – 24 cm;
Spanwijdte: ♂54 – 58 cm, ♀ 48 – 52 cm
Geluid: zwijgzaam; in voorjaar uk-uk
Voedsel: insecten en larven; sterke voorkeur voor leverbotslakken
Gedrag: buiten broedtijd in groepen; in broedseizoen houden ♂♂ schijngevechten op toernooiveldjes
Leefgebied: natte weilanden, die ’s winters onder water staan
Nest: ondiepe kuil, bekleed met droge (gras)halmen
Aantal eieren: 4; 1 legsel per jaar
Broedduur: 20 – 23 dagen
Vliegvlug: nestvlieders; kunnen na 25 dagen vliegen
Trek: overwinteren in Afrika, vooral Senegal en Mali; trek via Nederland en klein aantal overwintert hier
Voorkomen: broedparen 15 – 30; winteraantallen 180 – 1500
Gruttoland: broedvogel in 2006 en in 2010; doortrekker honderden, soms meer dan 1000; klein aantal overwintert


