Met drie tenen door het leven

Tekst en foto boven Hans Peeters

Foto: drieteenstrandlopers op Terschelling. *Geen van de foto’s in dit blog is in Gruttoland gemaakt.

De drieteenstrandloper is een soort die slechts sporadisch wordt gezien in Gruttoland. Het is een typische soort van de kusten en slechts af en toe in het binnenland komt.

Drieteenstrandloper / foto Douwe Struiksma

Misschien hebt u ze wel eens gezien tijdens een strandwandeling. Kleine grijswitte strandlopertjes die met de golven heen en weer rennen, om te zien of er iets eetbaars op het strand achterblijft. Ze rennen zo snel, dat het lijkt dat ze wieltjes hebben in plaats van pootjes.

Drieteenstrandloper in overgangskleed / foto Marten F. de Vries

Drieteenstrandloper in winterkleed / foto Jappie Seinstra

Globetrotters

Drieteenstrandlopers broeden op de Arctische toendra’s, terwijl ze ’s winters langs de zandstranden van West- en Zuid-Europa zijn te vinden. De tijd ertussen in, zijn ze op trek en dan blijkt dat de spreeuwgrote vogeltjes niet voor een kleintje vervaard zijn. Ze vliegen met gemak 5000 kilometer non-stop tussen broed- en overwinteringsgebied en maken tussendoor indrukwekkende omzwervingen. Grote aantallen broeden dus in het noorden van Rusland, Canada, Alaska, Groenland en Siberië. ’s Winters kun je ze ook tegenkomen in Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Australië. Ik bedoel maar.

Groepje drieteenstrandlopers en 2 bontbekplevieren (3e en 4e van rechts) / foto Lianne Otter

Drieteenstrandlopers rennen voor de branding uit / foto Hans Peeters

Gelegenheidsbezoeker

In Gruttoland is de drieteenstrandloper een gelegenheidsbezoeker, die zo nu en dan wordt gezien. Reden is dat Wommels niet aan de kust ligt. Boer Murk: “Omdat je ze hier niet verwacht, wordt er misschien ook wel eens overheen gekeken. Er zijn meerdere strand- en steltlopers die Gruttoland incidenteel aandoen. Hoe dat komt? Misschien vliegen ze gemakshalve met andere steltlopers mee. Of ze worden met een storm verder het binnenland in geblazen. Het blijkt maar weer, dat je altijd alert moet zijn.”

Drieteenstrandloper / foto Bennie van der Weide

Drieteenstrandloper / foto Servan Ott

Drieteenstrandlopers rennen voor de wandelaars uit / foto Servan Ott

Paspoort drieteenstrandloper

Wetenschappelijke naam: Calidris alba

Friese naam: Sângril

Herkenning: kleine strandloper, grootte van spreeuw; in winter witte onderkant en grijze bovenzijde

Lengte: 20 – 21 cm

Spanwijdte: 35 -39 cm

Geluid: zwijgzaam, bij opvliegen een vloeiend twick-twick

Voedsel: schelpdiertjes, kreeftachtigen en zeepieren. ’s Zomers insecten en knoppen, scheuten van bladeren

Gedrag: rennen over het strand op en neer met de branding (vaak in kleine groepjes)

Leefgebied: zandkusten  

Nest: vrouwtje legt eieren in kuiltje en mannetje broedt deze uit

Aantal eieren: 4

Broedduur: 23 – 24 dagen

Jongen zijn nestvlieder, na 17 dagen vliegvlug

Trek: bij ons vooral wintergast en tijdens trek

Voorkomen: broedparen 0; winteraantallen 11.000 – 16.000  

Gruttoland: incidenteel (niet broedend)

Drieteenstrandloper / foto Willem de Wolf

Drieteenstrandloper / foto Willy Dikkers