Vogel van de week
Door Hans Peeters
Bergeenden zijn opvallende verschijningen, vooral vanwege hun contrasterende kleuren. In het voorjaar zijn ze nadrukkelijk aanwezig. Mannetjes jagen achter vrouwtjes aan en dat gaat er niet altijd zachtzinnig aan toe.
Schrikken
Op de plas Lyts Brewaer in Gruttoland zijn tot in de winter altijd enkele bergeenden aanwezig. Pas als het echt gaat vriezen vertrekken ze en zoeken dan waarschijnlijk het open water van de Waddenzee op.
Ze broeden in holen, maar bij gebrek aan konijnenholen in Gruttoland zoeken ze andere schuilplaatsen op. Boer Murk: “Voor de nieuwbouw van de hutten broedde er elk jaar wel een paar onder een van de oude fotohutten. Fotografen waren daar niet altijd op bedacht en schrokken zich een hoedje, als er plotseling met veel kabaal een bergeend onder vandaan kwam.”
Moeders mooiste
Bij de meeste eenden heeft het vrouwtje een onopvallende schutkleur. Wel zo handig als je op je nest zit. Omdat bergeenden in holen broeden is die schutkleur niet nodig en hebben man en vrouw nagenoeg hetzelfde opvallende uiterlijk.
Wanneer de kuikens uit het ei zijn blijven ze nog 5 – 6 weken bij elkaar. Onder het waakzaam oog van pa en ma krioelt zo’n clubje kuikens op het water en zoekt al fanatiek naar insecten. De jonkies zijn lichtgrijs van kleur met een frappante zwarte tekening op kop en lijf. Ze zijn grappig om te zien en erg aaibaar. Eenmaal groter lijken ze steeds meer op de ouders, maar het eerste jaar zijn ze valer van kleur. De snavel is dan roze in plaats van de knalrode fok die ze als volwassen vogel hebben.
Bergeendpaspoort
Wetenschappelijke naam: Tadorna tadorna
Friese naam: Bergein
Herkenning: grote gansachtige eend, wit met zwarte vleugelrand, donkergroene kop, bruine borstband en rode snavel; ♂ en ♀ gelijk; ♂ met rode knobbel boven snavel
Lengte: 55 – 65 cm, groter dan wilde eend
Spanwijdte: 100 – 120 cm
Geluid: ♂ zwijgzaam, maakt muzikaal klinkende fluittonen; ♀ roep lager en grommender ark-ark
Voedsel: slakjes, schelpdieren, krabben, garnalen, wormen, insecten en hun larven
Gedrag: tijdens balts jaagt ♂ achter ♀ aan, ook in groepsverband; zoekt al grondelend naar voedsel met snavel diep in de modder
Leefgebied: langs de kust in de duinen, op de kwelder; in binnenland op plassen en afgravingen
Nest: holenbroeder, in konijnenholen, tussen hooischelven en andere beschutte plaatsen
Aantal eieren: 8 – 12; 1 broedsel per jaar
Broedduur: 28 – 29 dagen
Vliegvlug: jongen zijn nestvlieders; kunnen na 45 dagen vliegen
Trek: trekken na broedseizoen na gezamenlijke ruiplaatsen in de Waddenzee en Duitse Bocht
Voorkomen: broedparen 5700 – 9400; winteraantallen 79.000 – 96.000
Gruttoland: broedvogel met jaarlijks 2 – 6 paar