Rebelse Bergeend

Vogel van de week

Door Hans Peeters

Bergeenden zijn opvallende verschijningen, vooral vanwege hun contrasterende kleuren. In het voorjaar zijn ze nadrukkelijk aanwezig. Mannetjes jagen achter vrouwtjes aan en dat gaat er niet altijd zachtzinnig aan toe.

In de baltstijd gaat het er soms ruw aan toe / foto Bennie van der Weide
Op de voorgrond twee mannen met rode knobbel op de snavel, daarachter twee vrouwtjes / foto Servan Ott

Schrikken

Op de plas Lyts Brewaer in Gruttoland zijn tot in de winter altijd enkele bergeenden aanwezig. Pas als het echt gaat vriezen vertrekken ze en zoeken dan waarschijnlijk het open water van de Waddenzee op.

Ze broeden in holen, maar bij gebrek aan konijnenholen in Gruttoland zoeken ze andere schuilplaatsen op. Boer Murk: “Voor de nieuwbouw van de hutten broedde er elk jaar wel een paar onder een van de oude fotohutten. Fotografen waren daar niet altijd op bedacht en schrokken zich een hoedje, als er plotseling met veel kabaal een bergeend onder vandaan kwam.”

Moeder met kuikens / foto Marten F. de Vries
Onvolwassen bergeend / foto Rob Blanken

Moeders mooiste

Bij de meeste eenden heeft het vrouwtje een onopvallende schutkleur. Wel zo handig als je op je nest zit. Omdat bergeenden in holen broeden is die schutkleur niet nodig en hebben man en vrouw nagenoeg hetzelfde opvallende uiterlijk.

Wanneer de kuikens uit het ei zijn blijven ze nog 5 – 6 weken bij elkaar. Onder het waakzaam oog van pa en ma krioelt zo’n clubje kuikens op het water en zoekt al fanatiek naar insecten. De jonkies zijn lichtgrijs van kleur met een frappante zwarte tekening op kop en lijf. Ze zijn grappig om te zien en erg aaibaar. Eenmaal groter lijken ze steeds meer op de ouders, maar het eerste jaar zijn ze valer van kleur. De snavel is dan roze in plaats van de knalrode fok die ze als volwassen vogel hebben.

Foto Jappie Seinstra
Foto Hans Peeters

Bergeendpaspoort

Wetenschappelijke naam: Tadorna tadorna

Friese naam: Bergein

Herkenning: grote gansachtige eend, wit met zwarte vleugelrand, donkergroene kop, bruine borstband en rode snavel; en gelijk; ♂ met rode knobbel boven snavel

Lengte: 55 – 65 cm, groter dan wilde eend

Spanwijdte: 100 – 120 cm

Geluid: ♂ zwijgzaam, maakt muzikaal klinkende fluittonen; ♀ roep lager en grommender ark-ark

Voedsel: slakjes, schelpdieren, krabben, garnalen, wormen, insecten en hun larven

Gedrag: tijdens balts jaagt ♂ achter ♀ aan, ook in groepsverband; zoekt al grondelend naar voedsel met snavel diep in de modder

Leefgebied: langs de kust in de duinen, op de kwelder; in binnenland op plassen en afgravingen

Nest: holenbroeder, in konijnenholen, tussen hooischelven en andere beschutte plaatsen

Aantal eieren: 8 – 12; 1 broedsel per jaar

Broedduur: 28 – 29 dagen

Vliegvlug: jongen zijn nestvlieders; kunnen na 45 dagen vliegen

Trek: trekken na broedseizoen na gezamenlijke ruiplaatsen in de Waddenzee en Duitse Bocht

Voorkomen: broedparen 5700 – 9400; winteraantallen 79.000 – 96.000

Gruttoland: broedvogel met jaarlijks 2 – 6 paar

Foto Lubbert Boersma